Opinie: Wat is de Rotterdammer bereid om voor sociale woningbouw te betalen

Veel Rotterdamse partijen pleiten voor meer sociale woningen als dé oplossing voor het woningtekort. Maar pleiten voor meer sociale woningen is pleiten voor minder geld om andere problemen aan te pakken of minder geld in de portemonnee van Rotterdammers.

Iedereen is zich bewust van het enorme woningtekort en de impact op mensen die geen passende woning kunnen vinden. De woningnood raakt iedereen. Er zijn maar weinig onderwerpen die zoveel aandacht krijgen in de Rotterdamse gemeenteraad. De urgentie wordt gevoeld en daarom lopen de emoties in debatten over de woningnood vaak hoog op. Maar we moeten niet doen alsof sociale woningbouw een snelle en simpele oplossing is.

Er zit namelijk een behoorlijk prijskaartje aan sociale woningbouw en dat vraagt om keuzes.

Het is belangrijk om ons te realiseren dat meer sociale woningbouw veel geld kost. Voorstanders van meer sociale woningbouw komen met allerlei voorstellen zoals bijvoorbeeld lagere grondprijzen. Ze kijken met bewondering naar steden met meer dan zestig procent sociale huur. Wat ze niet zeggen is dat bijvoorbeeld een stad als Wenen jaarlijks 400 miljoen bijbetaalt om die sociale woningen mogelijk te maken. Dat is geld dat bij de belastingbetaler moet worden opgehaald. Belastinggeld dat ook hard nodig is voor de aanpak van explosies of het schoonhouden van de straten. Pleiten voor meer sociale woningbouw is dus pleiten voor deze keuzes: of hogere belastingen en minder geld in de portemonnee van de Rotterdammer. Of minder geld uitgeven aan de aanpak van andere problemen.

Als de overheid meer zou investeren in sociale woningbouw, dan is de gemeente inkomenspolitiek aan het bedrijven. Dat is niet waar woonbeleid voor bedoeld is.
Het is overigens logisch dat de overheid investeert in sociale woningbouw. Deze woningen zijn belangrijke voorzieningen voor mensen die ervan afhankelijk zijn. Veel mensen hebben alleen niets aan sociale huur. Omdat er een inkomensgrens geldt, komt twee derde van de Nederlandse huishoudens daar niet voor in aanmerking. Dat zijn óók agenten en leraren. Met meer sociale woningen laat je hen in de steek.

Rotterdam moet zich de komende jaren gaan concentreren op de bouw van koopwoningen. Woningen die niet staan of vallen bij overheidsgeld. Woningen voor gezinnen, sociale stijgers en ouderen die hun leven hard gewerkt hebben. Zodat het oudere echtpaar kan verhuizen naar een nieuw appartement, het gezin met pubers kan verhuizen naar een twee-onder-een-kapwoning, het jonge gezinnetje kan verhuizen naar het rijtjeshuis en de sociale huurwoning vrijkomt voor de starter. Zodat mensen uit alle hoeken van de samenleving in Rotterdam kunnen wonen. Zonder dat u daarvoor hoeft te betalen.

Erik Verweij en Diederik van Dommelen zijn gemeenteraadslid voor de VVD in Rotterdam.

Deze opinie stond eerder in het AD van woensdag 13 maart 2024.

Diederik van Dommelen Erik Verweij