zoeken
Nieuws

OPINIESTUK: Durf juist te falen, gemeente!

07 maart 2022
detail iamge

Als je wordt voorgedragen als wethouder, heeft de gemeenteraad de kans, alvorens er over je benoeming wordt gestemd, je te bevragen in een hoorzitting. Dit gaat dan over zaken als opvattingen, ervaring en motivatie.

Over dat laatste zei ik destijds dat de kern van mijn motivatie om wethouder te worden dezelfde is als de motivatie die ik tien jaar lang had als ondernemer: ik wil problemen oplossen en het verschil maken door daadwerkelijk resultaat te behalen.

Het kwam me op veel kritiek te staan. Online tijdschrift Vers Beton wijdde er zelfs een opinie-artikel aan van cybersecurity-adviseur Anne Ardon, met als conclusie dat een ondernemende mindset juist slecht zou zijn voor de politiek. Want, zo stelde zij: „Als ondernemer en organisatie heb je geen belang behalve je eigenbelang (overleven en winst maken) terwijl politiek uiteindelijk draait om het belang van iedereen, en het idealiter bijdraagt aan een beter leven voor de kwetsbaarste mensen.”

Komende woensdag is het een half jaar geleden dat ik werd beëdigd als wethouder en locoburgemeester van Rotterdam. Na die zes maanden, bovenop drieënhalf jaar raadslidmaatschap dat ik combineerde met het runnen van mijn bedrijf, hoef je mij echt niet meer uit te leggen dat politiek en ondernemen niet hetzelfde is. In de periode dat ik als wethouder fulltime werkte op het stadhuis ben ik echter tot een com--- pleet andere conclusie gekomen dan in het Vers Beton-artikel: de overheid zou niet mìnder maar juist veel vaker een ondernemersmindset moeten hebben.

Bezig zijn is fijn, resultaat is waar het om draait – dat zal iedere ondernemer beamen. Alleen bij resultaten kan een onderneming blijven bestaan. Als dat niet lukt, is het snel klaar. Gevolg is dat je je richt op wat effectief is, en dát opschaalt, en dat je stopt met wat niet werkt.

Doen, meten, leren, verbeteren – steeds weer. Juist omdat ik zelf gewend was dat resultaat voorop staat, viel het me op dat in de overheid en politiek meer de nadruk ligt op het proces of beleid, dan op het daadwerkelijke resultaat.

Dit is een direct gevolg van angst om fouten te maken. Die angst vertaalt zich in de praktijk in het naar-de-letter vastklampen en volgen van het voorgeschreven beleid. Want als je je keurig aan de regels en het beleid houdt, doe je precies wat van je wordt gevraagd en kan je dus niets verweten worden. Dat is, ondanks ieders beste intenties, de cultuur binnen de overheid geworden.

Deze cultuur wordt voornamelijk gevoed door een steeds extremere afrekencultuur in de politiek. En door de toename aan wie-wist-wat-op-welk-moment-achtige Wob-verzoeken die bij de overheid worden ingediend. Dit heeft tot gevolg dat elke vorm van creativiteit en vrij denken wordt beperkt.

Natuurlijk, transparantie en de controleerbaarheid van het bestuur en de overheid zijn belangrijk. Maar in een cultuur waarin de politiek en journalistiek soms alleen als doel lijken te hebben bestuurders en/of ambtenaren te ‘pakken’ op een fout, is het logisch dat men daarvoor een angst ontwikkelt en fouten niet makkelijk toegeeft of probeert te verbloemen. Bovendien durven kundige mensen uit de niet-politieke arena hierdoor de overstap naar het openbaar bestuur niet meer te maken.

Die angst om te falen is niet alleen voorbehouden aan de overheid. Als ondernemer werd ik vaak uitgenodigd om voor bijvoorbeeld studenten die overwogen te gaan ondernemen, een praatje te houden. Hoofdboodschap die ik meegaf: laat je niet tegenhouden door de angst om te falen.

In mijn bedrijf hadden we zelfs een ‘failure board’: bij elke tien failures vierden we dat met elkaar.

Die angst kost de overheid uiteindelijk belastinggeld, is mijn overtuiging. Het leidt namelijk tot een voortdurende behoefte beleidskeuzes en besluiten in te laten dekken door second opinions. Advocatenkantoren en consultants verdienen er flink aan.

Los van geld, gaat er iets veel waardevollers verloren: falen is de beste manier om te leren. In succesvolle start-ups wordt extreem veel geëxperimenteerd. In mijn team hadden we zelfs een failure board: bij elke tien failures vierden we dat met elkaar.

Bij de overheid is men wars van experimenten. In plaats daarvan worden bij de overheid en in de politiek vooral nieuwe ideeën (over)ge-analyseerd en bediscussieerd. Terwijl we die tijd ook hadden kunnen gebruiken om te kijken of iets in de praktijk werkt.

Toen ik als raadslid een initiatiefvoorstel indiende om asociaal rijgedrag van maaltijdbezorgers op scooters aan te pakken, waren we bijna twee jaar bezig met het politieke proces voordat we aan een pilot konden beginnen. Die proef bleek succesvol: de aanpak werkte en werd daarna uitgerold over de rest van de stad. Dit had dus ook twee jaar eerder gekund als we het proces hadden omgedraaid: eerst experimenteren, dan analyseren.

Beneden in de hal van het stadhuis staat een buste van Winston Churchill, ereburger van Rotterdam. In een presentatie die ik vaak als ondernemer gaf, zat aan het eind een slide met een citaat van de Britse oorlogspremier:

„Success is the ability to go from one failure to the next without losing enthusiasm”.

Laat dat beeld van Sir Winston, voor iedereen die er langs loopt, een aanmoediging zijn vooral fouten te durven maken en hiervan te leren. En voor elke politicus ter herinnering dat falen de beste leerschool is. Ook voor de overheid.

 

Vincent Karremans
WORD VVD'ER